Acht redenen waarom regionaliseren voor een gemeentelijk Ingenieursbureau zo lastig is!

donuts

De afgelopen jaren merk ik dat er binnen mijn organisatie wel een wens is om te regionaliseren maar dat het in de praktijk toch erg lastig valt te organiseren. Ik heb acht redenen gevonden waarom het zo stroef loopt.

reden 1: Donutvorming… Een grotere gemeente wordt vaak als een bedreiging gezien door de kleinere regionale gemeenten er om heen. Pak je het verkeerd aan dan kan er een gevoel overheersen dat ze het werk wel even komen overnemen. Voor kleinere gemeente is de stap makkelijker te nemen om contact op te nemen met een organisatie van ongeveer dezelfde omvang. Uiteindelijk staat de grotere gemeente min of meer alleen en hebben de omliggende gemeente zich verenigd.

reden 2: De “Allerskunner”. Kleinere gemeenten hebben vaak een “alleskunner” die alle ballen in de lucht kan houden. Dit moet je hem vooral niet afnemen! Het heeft hem jaren gekost om dit zo te organiseren. Het heeft ook een bepaalde kwaliteit omdat je op deze manier op een multidisciplinaire manier je werkzaamheden kunt uitvoeren.

reden 3: Samenwerking bestaat uit een aaneenschakeling van structurele incidenten. Alle activiteiten die in mijn gemeente in de regio hebben plaatsgevonden zijn ontstaan vanuit een spontane vraag. Ze ontstaan organisch uit een warme relatie. Je ziet een samenwerkingsinitiatief ontstaan omdat een bepaalde gemeente gewoonweg de mensen niet meer heeft door bijvoorbeeld de vergrijzing, extreme regievoering of behoefte aan kennis. In die zin zijn het dus incidenten en daar kun je geen beleid op maken. 

reden 4: Hoe ga je om met de tariefstelling? Het uurtarief van een gemeenteambtenaar bestaat uit een loonkosten component en een deel overhead. Verreken je onderling alleen op loonkosten dan maak je eigenlijk  ‘verlies’ op je eigen interne begroting. Neem je alle kosten mee bij de verrekening dan is de tariefstelling te hoog i.r.t. de markt. Je kunt dan beter iemand vanuit de markt inhuren maar dan mis juist weer het gemeentelijke perspectief.

reden 5: Help je ‘de buren’ dan ontstaat er een ‘gat’ in je eigen organisatie.  Feitelijk zit er in een gemeentelijke organisatie geen ‘overcapaciteit’, die is jaren gelden al weg bezuinigd. De pieken en dalen in het werkvolume worden nu opgevangen door ‘inhuur’. Je kunt het eigenlijk niet maken om eigen personeel uit te lenen om dan via de achterkant opnieuw in te huren… Het is echter wel nodig omdat je ook bij eigen mensen persoonlijke groei wil bereiken door nieuwe ervaringen op te doen.

reden 6: De wet Markt en Overheid. Je moet als overheid voorzichtig zijn bij het aannemen van werkzaamheden buiten je eigen werkveld. Doe je dat wel dan moet daar een samenwerkingsovereenkomst aan te grondslag liggen. Betrek de markt juist bij het inzetten van personeel bij buurgemeenten! Optie: Laat de markt de openvallende functie in je eigen organisatie invullen… Misschien moet je ook de discussie met de markt niet uitlokken door binnen een gemeentelijke organisatie de naam “Ingenieursbureau” te hanteren.

reden 7: Lokale politieke voetangels en klemmen. De macht van de lokale politiek in samenwerking met lokale aannemers moet niet worden onderschat! Voorkom dat je speelbal wordt van de lokale politiek. Zeker als een samenwerking succesvol gaat worden gaat het meer belangstelling krijgen. Binnen kleinere gemeenten lopen de politieke lijnen net even anders en heeft de politiek meer invloed op de dagelijkse werkzaamheden.

reden 8: Er is geen opdrachtgever! Wie geeft nu eigenlijk de opdracht om te regionaliseren? Je ziet dat die behoefte vaak ontstaat vanuit het personeel en niet wordt ingegeven vanuit het management. Er ontbreekt dan een duidelijke opdracht binnen welk kader een samenwerking plaats kan vinden.

Ik heb een vraag: Na het lezen van dit stuk heb je vast wel ideeën gekregen. Hoe zouden we samenwerkingen wel tot een succes kunnen maken? De reden waarom we moeten gaan samenwerken staat denk ik niet ter discussie. De overheid zal zich binnen de openbareruimte steeds meer met de hoofdlijnen bezig gaan houden en minder met de inhoud. Technische kennis blijft noodzakelijk omdat je anders niet kunt beoordelen of de doelen in het gestelde beleid gehaald worden.

Heb je een uitdaging? Laat het ons weten