De kunst van een goede lobby

De titel van deze blog heb ik overgenomen van een artikel in de Volkskrant van zaterdag 12 december. Een heel interessant artikel omdat het mooi uitlegt hoe lobbyen werkt. In het artikel staat een mooie definitie: “De kunst van een mooie lobby is: niet de ander klem zetten door jouw zin te krijgen, maar samen een maximaal aanvaardbare oplossing te vinden.” Samen brengen, verbinden, bemiddelen… Niet je hand ophouden maar informatie delen. Het belang van de ander zoeken en daar het eigen belang aan toevoegen en op die manier daar een gezamenlijk belang van maken.

Als ik kijk naar de samenwerkingsvormen die ik uit mijn eigen civiele wereld ken dan is er eigenlijk niet veel ruimte om veel samen te brengen, te verbinden en al helemaal niet te bemiddelen. Ik denk dat dit wordt ingegeven door de manier waarop we hebben afgesproken hoe we met elkaar aanbesteden. Dit zorgt voor een gezonde scheiding tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Daar is op zich niets mis mee mits het maar niet doorslaat. Ik heb het gevoel dat we in sommige gevallen ons werkveld een beetje teveel ‘zwart-wit’ verdeeld hebben. Misschien zou een beetje ‘lobbyisme’ een uitkomst kunnen bieden.

Een goede lobbyist moet weten wat de ander precies nodig heeft, op het juiste moment en in de juiste vorm. Hoe werkt dat eigenlijk in de aannemerswereld? Mijn kennis op dat gebied is te beperkt. Persoonlijk zie ik in mijn directe omgeving weinig initiatieven om mee te denken over oplossingen rondom verbeter voorstellen rondom samenwerken. Ik merk ook dat aannemers voorzichtig en bang zijn dat hun opmerkingen als ‘kritiek’ worden opgevat en dat ze daardoor misschien niet meer worden uitgenodigd. De onderlinge concurrentie is groot, marges zijn er niet meer en feitelijk is de markt aan het overleven en wacht men op… ja, waar wacht de markt dan op? Moet het dan vanuit de overheid komen?

Het moment om als lobbyist aan te haken is om aanwezig te zijn wanneer het beleid wordt gemaakt. Ergens in gemeenteland krijgt een ambtenaar de opdracht om aan een voorstel of beleidsnota te werken. ‘De schaal 12’ heet dat in lobbyjargon, naar het salarisniveau van de ambtenaar. Dat is het moment om je gezicht te laten zien. ‘Goedemiddag. Ik kom u helpen.’ Het is in Den Haag vrij gebruikelijk (maar soms ook omstreden) dat externe partijen meeschrijven aan nieuw beleid. De klimaatwet bijvoorbeeld, die is op enkele passages na, een kopie van het voorstel van Milieudefensie. Misschien is het een eerste voorzichtige stap, met in gedachten het steeds kleiner wordend ambtenarenapparaat, dat de aannemers meer nog dan nu de samenwerking gaan opzoeken met hun opdrachtgever. We moeten natuurlijk niet doorschieten in het accepteren van ‘hulp’ maar de werelden zo formeel gescheiden houden is denk ik ook niet de oplossing.

 

Heb je een uitdaging? Laat het ons weten