Een opmerking die ik wel eens van aannemers hoor, is dat men zich verbaast dat eenzelfde EMVI invulling verschillend beoordeeld wordt door gemeentes. Ja, logisch dat komt doordat niet alle gemeentes hetzelfde georganiseerd zijn. Maar waarom vullen ze hun rol allemaal verschillend in en welke veranderingen zijn er nog meer op komst?
De aandacht van de lokale overheid verschuift geleidelijk naar de “voorkant” van processen. Denk voor de civieleprojecten maar aan de introductie van EMVI’s, UAV-gc’s en assetmanagement waarbij de overheid d.m.v. eisen meer het ‘wat’ bepaald en niet meer het ‘hoe’. Ik merk het zelf binnen mijn team waarbij de ene projectleider het werk organiseert vanuit de directieve zin ‘hoe’ hij het precies wil hebben, terwijl een andere projectleider zijn werk meer regisseert en de ander ruimte geeft. Overigens, hierbij is geen goed of fout, beide methoden zijn afgestemd op de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd.
Misschien is de veranderende overheid wel het beste uit te leggen aan de hand van de vier overheidsrollen van dr. Martijn van der Steen. Hij ontwikkelde een model waarbij hij vier overheidsrollen omschrijft (naschrift: ik was in eerste instantie in de veronderstelling dat het Maarten Hajer was).
De rechtvaardige overheid
Dit is de oorspronkelijke rol van de overheid, als hoeder van het algemeen belang. Ook wel de klassieke overheid, hiërarchisch, zorgvuldig, integer, belangen afwegend, legitiem en rechtmatig. De verhouding met de samenleving en de markt is verticaal en krijgt vooral vorm via het bewaken van rechten en plichten. Het toetsen van bouwplannen aan het bestemmingsplan en het aanbesteden op laagste prijs met een UAV contract past bij deze rolopvatting.
De presterende overheid
Deze rol gaat meer over het marktdenken binnen de overheid. Dus meer centraal, outputgericht, outsourcing van taken, doelmatig, klantbewust. Kunnen we onze klanten (burgers en bedrijven) beter bedienen en kunnen we taken goedkoper en efficiënter doen door ze bijvoorbeeld uit te besteden? De overheid vervult hierbij nog steeds een hiërarchische rol, want zij bepaalt de randvoorwaarden. Een deel van de taken, zoals bijvoorbeeld de piofach-functies uit de bedrijfsvoering van organisaties, wordt vanwege efficiëntie-overwegingen wel ‘geoutsourced’ naar private partijen, maar sturing op en uitvoering van publieke waarden blijven binnen de overheid georganiseerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de afvalinzameling of delen van het beheer van de openbare ruimte en raamcontracten voor asfaltonderhoud.
De introductie van EMVI n.a.v. de aanbestedingswet past ook in de veranderende rolopvatting van de rechtvaardige overheid naar de presterende overheid. In eerste instantie lijkt het dat overheden ‘simpel’ moeten voldoen aan de wet, maar eigelijk is het een cultuurverandering en ja, die kosten tijd.
De netwerkende overheid
Een belangrijke verschuiving hierbij is dat de overheid nog meer de samenwerking opzoekt met andere organisaties. Er komt een meer horizontale verhouding. Dit krijgt vorm in publieke en private samenwerkingsconstructies (pps) en convenanten. Van de ambtenaar wordt verwacht dat hij omgevingsbewust, responsief en samenwerkingsgericht is. Voorbeelden in het ruimtelijke domein zijn de prestatieafspraken met corporaties of gezamenlijke gebiedsontwikkeling met een ontwikkelaar. Maar denk ook aan samenwerkingsverbanden op basis van een bouwteam.
Een voorbeeld hiervan is de veranderende organisatie van de gemeente Lochem. Al op 2 juli 2012 nam de gemeenteraad unaniem een motie aan. In die motie constateert de raad “een kanteling van hoofdzakelijk een verticale relatie tot de samenleving naar, veel vaker, een horizontale relatie”. Lochem streeft ernaar een zogenaamde regiegemeente te zijn. Inmiddels zijn we vier jaar verder en heeft de gemeente veel stappen gezet om die verandering vorm te geven. Op aanbestedingsgebied is een stap gezet dat ze een deel van de openbareruimte voor wat betreft het beheer en onderhoud aan de markt hebben overgelaten.
De participerende overheid
De participerende overheid is nog in opkomst. Uitgangspunt is het benutten van de veerkracht van de samenleving. Het is de beweging van burgerpartcipatie naar overheidsparticipatie: het is de overheid die participeert in initiatieven van de samenleving. Meer dan bij de netwerkende overheid spelen de niet gevestigde partijen (wijk/ dorpsraden en verenigingen) hierin een rol. Soms worden taken ook daadwerkelijk overgedragen van de overheid naar de samenleving. De overheid is er vooral om hier kaders en ondersteuning aan te bieden. Van de ambtenaar wordt een faciliterende rol verwacht, door soms actief aanwezig te zijn en soms door heel bewust afwezig te blijven.Voorbeelden van de participerende overheid zijn burgerparticipatie rondom inrichtingsvraagstukken in de openbare ruimte en woningbouwprojecten op basis van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO).
In feite bestaan alle rollen van de overheid gewoon naast elkaar! Sterker nog: waarschijnlijk zit het grootste takenpakket van de overheid niet in de participerende overheid, maar nog altijd in de rol van de klassieke overheid. Dat de rollen naast elkaar bestaan geeft nu juist ook de spanning en verwarring die er bestaat, omdat de verschillende rollen en de opvattingen die daarbij horen door elkaar gaan lopen. Met 393 390 gemeenten in Nederland is het voor externe partijen lastig om al die verschillende organisaties te doorgronden. In die zin is het dus ook heel logisch dat EMVI-aanbiedingen bij verschillende gemeenten heel anders beoordeeld worden en ik verwacht niet dat daar de komende tijd veel aan zal veranderen.
www.lubberhuizen.wordpress.com