EMVI wordt succesvol als je begrijpt waarom het nu soms zo stroef gaat.

Er is in december 2015 een interessant onderzoek gepresenteerd door het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw). Dit geeft aan dat bij ca. 30% van de aanbestedingen het aandeel kwaliteit in de EMVI slechts 10% of lager is. Een onderzoek overigens in opdracht van Bouwend Nederland. Afgelopen vrijdag 29 januari stond er een artikel in de cobouw met de titel “EMVI: kies duidelijk voor kwaliteit of voor prijs”. Hierin werd door Jaap de Koning (Witteveen+Bos) hetzelfde onderzoek aangehaald. Ik vroeg me toen af waarom niemand onderzocht heeft hoe dat komt dat dit percentage zo laag is. Er wordt nog door niemand stil gestaan bij het feit dat EMVI-aanbestedingen nogal wat vraagt van organisaties die decennia lang niets anders gewend zijn dan uitvragen op laagste prijs.

Als ik terug denk hoe wij een paar jaar geleden zijn begonnen met EMVI dan was dat heel voorzichtig. We waren intern aan het kijken, zoeken, aftasten hoe we kwaliteit moesten waarderen en hoeveel dat dan waard was. Een volgend stapje was, anticiperen op de vraag hoe je een eventueel hogere prijs kunt verantwoorden aan je opdrachtgever of zelfs de politiek. Ik merkte ook dat wanneer medewerkers het vertrouwen hebben om op basis van hun vakmanschap de kwaliteit te beoordelen ze kwaliteit in een EMVI hoger durfde te waarderen. En nog steeds valt er nog veel te leren. Neem alleen al als je in je  enthousiasme nog onervaren collega’s uitnodigt om mee te beoordelen. Opnieuw wordt dan duidelijk hoe complex het is om een objectieve beoordeling te geven. Maar ook na afloop van de aanbesteding moet je in staat zijn aannemers te woord staan omdat ze soms vinden dat ze niet goed beoordeeld zijn. Maar ook de opdrachtgever moet goed geïnformeerd worden waarom hij meer moet betalen wanneer hij de uitslag van de aanbesteding onder ogen krijgt. Het is dan niet verwonderlijk dat het in sommige gevallen  heel prettig is wanneer de hoogst scorende aannemer op kwaliteit ook nog eens de laagste prijs heeft ingediend.

Een organisatie heeft dus relatief gezien veel tijd nodig om deze nieuwe vaardigheden aan te leren. Eigenlijk is het een cultuurverandering. Sommige organisaties kunnen hierin makkelijker bewegen dan anderen. Veel hangt af van bijvoorbeeld welke leidinggevende er zitten, wat is het kennisniveau op de afdeling of hoe dicht zit de politiek op je werk. Je zult je veilig moeten voelen om kwaliteit een onderdeel van de aanbesteding te laten zijn.

Ik vergelijk het met een situatie waarbij je kind steeds maar onvoldoendes op school haalt en je weet dat hij/zij het wel aan zou moeten kunnen. Wat doe je dan? Blijven mopperen? Het zelfvertrouwen daalt en de motivatie om iets aan de cijfers te gaan doen zal niet gaan toenemen. Iedereen weet dat de “bankschroefmethode” niet gaat werken. Maar hoe kun je nu wel een positieve bijdrage leveren om het gebruik van EMVI’s te bevorderen?

Misschien moeten we het eens omdraaien? Kom eens met positief nieuws! Zoals bijvoorbeeld:”Bij ca. 70% van de aanbestedingen is het aandeel kwaliteit in de EMVI 10% of hoger! Duidelijk wordt dat opdrachtgevers nog aan het experimenteren zijn om te kijken hoe ze EMVI’s op een goede manier binnen hun organisatie kunnen inbedden.” Het zou ook goed zijn om te onderzoeken welke organisaties succesvol EMVI’s gebruiken. Leer van de succesverhalen en deel die. Ik daag graag Bouwend Nederland uit om het EIB de opdracht te geven dit eens te laten onderzoeken.

www.lbbrhzn.nl

Heb je een uitdaging? Laat het ons weten