Lastig, lastig, lastig, wie ga je nu uitnodigen om te mogen inschrijven voor een werk? Hoe maak je een keuze voor de juiste aannemer? Vanuit het gemeentelijke standpunt is de keuze van de juiste aannemer(s) voor een werk geen eenvoudige opgave. Het uiteindelijk kiezen is niet zo moeilijk. Maar hoe leg je, met redenen omkleed uit aan de afvallers waarom zij niet geselecteerd zijn?
“Gewoon, niet uitleggen….nergens voor nodig. ” Zo ging dat vroeger. Toen bepaalde de laagste prijs bij een openbare inschrijving wie het werk mocht gaan maken. Met de komst van de nieuwe aanbestedingswet en daarmee de introductie van EMVI zijn zo goed als alle gemeentelijke aanbestedingen meervoudig onderhands geworden. Hiermee is ook bij iedere gemeente de zoektocht naar het perfecte selectiesysteem begonnen.
Maar wat is nu het perfecte sectiesysteem? In mijn directe werkomgeving wordt gewerkt met drie varianten maar ik heb “het ei van columbus” nog niet gevonden.
Niet-selecteren.
Een aantal gemeenten in mijn regio hebben ervoor gekozen om met verschillende groslijsten te werken. Voor iedere groslijst (denk aan groen, riool, asfalt, straatwerk etc) kan een aannemer zich aanmelden wanneer hij van mening is dat hij aan de criteria voldoet. Om de uit te nodigen aannemers te kiezen, wordt gekeken naar het type werk met bijbehorende groslijst. Van deze lijst worden altijd de bovenste drie aannemers uitgenodigd. Is het een groter werk dan worden de bovenste vijf aannemers uitgekozen. Aannemers krijgen hun plek op de lijst op basis van de verkregen past performance van voorgaande werken.
Deze methode past heel goed bij een wat kleinere gemeente die jaarlijks maar een beperkt aantal infra-werken op de markt zet. Door de diversiteit aan groslijsten is er voldoende spreiding tussen de verschillende aannemers. Wanneer aannemers zich aanmelden voor verschillende groslijsten wordt alleen wel een verwachting gewekt dat ze ook een keer een uitnodiging ontvangen. Uit de praktijk blijkt dat de doorstroming binnen de groslijsten minimaal is. De top drie van de lijst zijn wel aannemers die hebben laten zien goed stukje werk te kunnen maken.
Selecteren en loten
Er zijn ook gemeenten die zelf drie aannemers kiezen op basis van het type werk en een goede past performance. Als de grootte van het werk het noodzakelijk maakt dat er vijf aannemers moeten worden geselecteerd, dan worden deze laatste twee middels een loting aan de selectie toegevoegd. Deze loting vindt dan plaats onder de aannemers die belangstelling hebben getoond nadat het werk op de gemeentelijke website is gepubliceerd. Ook hier zie je dat het vaak de wat middelgrote gemeenten zijn die op deze manier selecteren. Het voordeel is dat je volledig in de hand hebt welke aannemers je wilt uitnodigen. Het nadeel is dat voor aannemers niet helemaal duidelijk wordt welke selectiecriteria worden gehanteerd.
Gewogenloting
Grotere gemeenten gaan steeds mee over op (gewogen) loten. Hoe hoger het past performance cijfer hoe groter de kans wordt om ingeloot te worden. Voor werken tot 150.000 worden 3 aannemers geselecteerd en voor werken tot 1,5 miljoen, 5 aannemers. Er wordt geen onderscheidt gemaakt in het type aannemer dat wil inschrijven voor een bepaald werk. In theorie kan een ‘groenaannemer’ inschrijven voor een rioleringsklus. De praktijk laat echter zien dat dit niet gebeurd. Om een werk aan te kunnen nemen zal er een hele goede EMVI geschreven moeten worden. Dat is lastig als het werk buiten je vakgebied ligt.
Het voordeel van dit systeem is dat een gemeente geen lijsten meer hoeft bij te houden. Ook is de procedure relatief simpel en laagdrempelig. Er is ook een nadeel aan deze manier van selecteren. Aannemers zijn fel tegen loten! Dat is ook begrijpelijk omdat je als aannemer hierdoor niet gezien wordt voor de kwaliteit die je in huis hebt. Het persoonlijke contact ontbreekt. Ook met een gewogen loting blijkt dat er toch zoveel aannemers zijn die een hoge past performance hebben dat de kans om ingeloot relatief klein is.
Is er niet een uniform systeem te bedenken?
In alle hierboven beschreven voorbeelden hebben voordelen maar ook nadelen. Er is (nog) geen systeem dat door alle gemeenten kan worden gebruikt. Ik denk dat het ook niet bestaat want daar zijn alle gemeenten te verschillend voor. Wat wel duidelijk wordt is dat bij alle voorbeelden de past performance van een aannemer een belangrijke rol speelt om geselecteerd te worden. Inmiddels is er vanuit de CROW een gestandaardiseerde beoordelingsmethode beschikbaar. Hiermee kan op een uniforme manier de past performance worden bepaald die als basis kan worden gebruik voor welk sectiesysteem er ook gehanteerd wordt.
(c) www.lbbrhzn.nl