Is het wel veilig als aannemers straks onze openbare ruimte onderhouden?

Je ziet het steeds vaker. Aanbestedingen waarbij naast het werk ook het meerjarig onderhoud wordt aanbesteed.  Maar hoe gaat dat dan over een aantal jaar wanneer bijvoorbeeld 250 verschillende aannemers 20.000 verschillende objecten in onderhoud hebben? Wie houdt er eigenlijk bij wie nu wat precies aan bruggen, wegen, viaducten en parken beheert? 

Zouden aannemers en overheden over pakweg 15 jaar het zelf nog wel weten? Ik vroeg laatst aan een MKB-aannemer hoeveel wegen hij eigenlijk in onderhoud had. Aardig wat, maar heel precies wist hij het niet. Ook bij een gemeente kan ik me voorstellen dat men op termijn fouten gaat maken doordat men niet meer precies weet welke aannemer nu welke brug onderhoud. Er zijn zoveel organisatorische en personele wisselingen binnen overheden en aannemers. Het zal mij niets verbazen als er ergens een keer een viaduct of een brug tussen wal en schip raakt. Nu is het vooral nog Rijkswaterstaat die deze contracten op de markt zet, maar je ziet het ook steeds meer bij provincies en waterschappen voor komen. Gemeenten zijn tot op heden voorzichtiger, maar voor specifieke objecten zoals bruggen zie je al de eerste experimenten.

Trapongeval

Ik moest ineens denken aan een dodelijk ongeluk met een trap bevestigd aan een kade in Utrecht.

UTRECHT – op 6 augustus 2006 raakte een werftrap los van de kade. Er stonden toen tientallen mensen op te dansen tijdens een muziekevenement. Er viel een dode en ruim twintig aanwezigen raakten gewond.

 

page_10_image_0002
(c) sjaak ramakers

Een commissie concludeert uiteindelijk dat een constructiefout de oorzaak was en dat deze na het aanbrengen van de trap niet meer waarneembaar was en dus niet meer opgemerkt kon worden. Bij de beoordeling van de bouwvergunning in 1985, aangevraagd door een horecaonderneming, is vooral gekeken naar de inpassing van de trap in de monumentale omgeving en niet naar de constructie. Maar het is een interessant gegeven dat de commissie ook concludeert dat er binnen de gemeente geen duidelijkheid was over het eigendom van de trap. De ene dienst ging uit van gemeentelijk bezit, de andere niet. De commissie stelt dat de trap sowieso van de gemeente is, omdat hij bevestigd is aan gemeentelijk eigendom.

Nu ben ik niet zo bang dat er in de toekomst een discussie zal ontstaan over wie nu waar eigenaar van is. Ik maak mij wel zorgen over het noodzakelijke verantwoordelijksgevoel. Je kent het vast wel als: “operatie geslaagd maar de patiënt is overleden”. Contractueel heb je alles goed geregeld, maar is dat voldoende om hierop te kunnen vertrouwen?

Handel in onderhoud

Zijn al die verschillende contracten dan ook niet gewoon ‘handel’? Net als slechte hypotheken die en masse worden gebundeld en worden doorverkocht. Je betaald wel netjes rente en aflossing aan de bank, maar die heeft het ‘schuldpapier’ allang doorverkocht aan één of andere internationale instelling. Ik kan me zo voorstellen dat dit ook met onderhoudscontracten gaat gebeuren. Dat er speciale ‘aannemers’ zullen zijn die onderhoudscontracten gaan opkopen van andere aannemers. Misschien bestaan ze al wel maar heb ik er alleen nog geen weet van. Zou dat dan erg zijn? Het voelt voor mij in ieder geval niet oké. Het draagt er zeker niet aan bij dat het onderhoud van onze openbare ruimte er overzichtelijker, laat staan transparanter van wordt.

Heb je een uitdaging? Laat het ons weten