Veel gemeenten hebben de wens om lokale bedrijven voorrang te geven bij aanbestedingen en nemen hiervoor richtlijnen op in hun aanbestedingsbeleid. Deze gedachte is niet onlogisch. Het stimuleert de lokale werkgelegenheid en de verwachting is, dat bij lokaal bekende werknemers de betrokkenheid bij de werkzaamheden groter is. Niet onbelangrijk is ook de kortere reisafstand (erg prettig) maar ook de hierdoor lagere CO2 uitstoot. Maar iedereen worstelt met de vraag: Hoe selecteer je nu de aannemers voor een aanbesteding waarbij je ook lokale bedrijven een voorrangspositie wilt geven?
Wat is een lokaal bedrijf?
De theoretische definitie van een lokaal bedrijf is in niet zo ingewikkeld. “Een lokaal bedrijf is gevestigd in de gemeente waar de werkzaamheden uitgevoerd gaan worden.” Als je dus een werk op de markt wilt zetten dan zorg je ervoor dat het betreffende bedrijf ook wordt uitgenodigd. De praktijk is echter minder logisch dan het lijkt!
Neem nu landelijk opererende bedrijven zoals bijvoorbeeld KWS, Heijmans of Dura Vermeer. Moeten deze bedrijven een grotere kans krijgen in de gemeente waar ze schijnbaar bij toeval gevestigd zijn? Wonen die personeelsleden wel in voldoende mate in de betreffende gemeente? En hoe kom je aan deze informatie? En als het gaat om het kantoorpersoneel van een bedrijf is het noodzakelijk dat ze “om de hoek” wonen of 150 km verderop? Uiteindelijk gaat het om de mensen die echt ter plekke de werkzaamheden verrichten.
Is lokaal wel een logische keuze?
Met lokaal wordt toch echt bedoeld in en rondom de gemeente. Er zijn echter gemeenten die minder aannemers binnen hun gemeentegrens hebben. Je zult dan dus meer in regio’s moeten gaan denken.
Almere neemt bijvoorbeeld een veel ruimer gebied als definitie. Zij kiezen ervoor een gebied te hanteren vanaf de Veluwerand en een deel van het Gooi. Hierbij is de reisafstand de bepalende factor geworden, maar is dat de reisafstand van de werknemer of is het de afstand tot de vestigingsplaats?
Uiteindelijk gaat het ook om de aard van de werkzaamheden. Is het een asfaltwerk, een straatwerk of een rioolwerk. In bepaalde regio’s zijn meer of minder bedrijven in een bepaalde sector. Van veel wegenbouwbedrijven is bekend dat ze veel stratenmakers betrekken uit de regio Oldebroek en vanuit Noord-Brabant. Als 80 procent van het werk bestaat uit bestratingswerkzaamheden, is het dan überhaupt wel logisch te kiezen voor een lokaal bedrijf? In de praktijk zie je dat grotere aannemers bijna altijd gebruik maken van lokale aannemers. Dat is simpelweg goedkoper.
Een politieke keuze
Politiek gezien is het prettig om tegemoet te komen aan wensen van lokale ondernemers. Het is echter alleen mogelijk invloed uit te oefenen op het bieden van meer kansen voor lokale bedrijven en niet dat ze het werk daadwerkelijk gegund krijgen. Je ziet vaak dat vooral kleinere, lokale bedrijven vragen om een fair chance bij een aanbesteding. Wanneer blijkt dat ze het ook op moeten nemen tegen grotere bedrijven zijn hun kansen om een werk aan te nemen behoorlijk klein. Het gevolg is: oplopende frustratie… en een wethouder die weer in de verleiding komt om hier wat over te zeggen.
Kat en muis spel
Zodra duidelijk wordt dat een gemeente een lokaal voorkeurbeleid heeft, zie je vaak dat grotere aannemers in de betreffende gemeente een lokale (postbus) vestiging openen. Soms alleen een postbus, maar vaak ook inclusief werkvoorbereiders en uitvoerders. Ook
gebeurt het regelmatig dat een vestiging binnen een gemeente wordt opgeheven, doordat vestigingen door een reorganisatie worden samengevoegd. De keuze om met meer lokale partijen te willen werken leidt uiteindelijk tot een kat- en muisspel. Een goed bedoeld initiatief zorgt er voor dat de markt alles uit de kast haalt om aan de uitnodigingsvoorwaarden te voldoen. Op zijn beurt past de gemeente steeds weer de regels aan om de slimme aannemers voor te blijven. Is dit nu wat we met elkaar willen? Dat we het aanbesteden hierdoor steeds ingewikkelder maken? Ik denk dat we ons doel hiermee voorbij schieten.
Hoe dan wel?
Hou het echt simpel. Schrap de regel uit het aanbestedingsbeleid om lokale bedrijven voorrang te verlenen! Zijn er geen regels dan valt er ook niets te bedenken om het te ontwijken. Je hebt toch geen regels nodig om lokale aannemers (die goed zijn) uit te nodigen? Hierdoor wordt aanbesteden voor iedereen veel simpeler.
Wil je, in het kader van duurzaamheid echt sturen op een lokaal voorkeursbeleid, dan moet je dat per werk bekijken. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld criteria opnemen in een selectieleidraad. Ook is het mogelijkheid om een aannemer meer “punten” te geven bij een EMVI wanneer hij gebruikt maakt van lokale (onder)aannemers. Een gemeente is op basis van de aanbestedingswet vrij in de keuze van zijn aannemers. Zorg er voor dat je weet wie je aannemers zijn en hoe ze in het verleden hebben gefunctioneerd. Steek energie in een goede relatie met je lokale aannemers. Werk met een Past Performance en wees uiteindelijk transparant in de aannemerskeuze die je hebt maakt.